zondag 5 juni 2016

Alma


Dromerig kijkt Alma voor zich uit. Ze droomt van andere mannen, van de architect Walter Gropius op dat moment. Mahler hield haar te veel onder de knoet. Als Gropius een liefdesbriefje per ongeluk adresseert aan Herr Mahler, zijn de rapen gaar.

Alma was antisemiet, maar trouwde met twee joodse mannen, Mahler en de schrijver Franz Werfel. En tussendoor nog Gropius en de schilder Kokoschka. Kokoschka vond het zo vreselijk dat hij haar kwijtraakte dat hij een pop liet maken: de Alma-pupe. Levensgroot en hij sleepte hij deze pop overal mee naartoe. 

Op hoge leeftijd was ze nog een imponerende vrouw. Springer ontmoette haar in New York en schreef over haar in het boekenweekgeschenk Sterremeer.