maandag 1 februari 2016

Schaatsgedichten

Het is de week van de poëzie. Daarom deze week op Sport in Fictie de schaatsgedichten van Constantijn Huygens.

Huygens leerde schaatsen en leerde het op zijn beurt ook weer aan zijn kinderen (zoals Christiaan). Huygens vader vond het niet voldoende dat Constantijn zijn vriendjes versloeg, hij moest zich ook een fraaie slag eigen maken.

Voor Huygens was het van belang dat je de schaatsslag perfect diende uit te voeren: het bovenlichaam stil houden en bij je lange slagen zolang mogelijk op de buitenkant van de ijzers rijden. Huygens schaatste op de openbare baan en maakte trektochten op ondergelopen weilanden. Hij vertelt: “Als wij een vrijere ontspanning zochten en met een groepje trektochten maakten over de ondergelopen weilanden, was ik altijd onder de eersten te vinden, terwijl ik tegelijk op een sierlijke lichaamshouding, want ook bij dit soort ontspanning was mijn vader heel precies.” Ook Constantijn zelf leerde zijn zonen Constantijn en Christiaan schaatsen.