woensdag 27 mei 2015

Sport en gezondheid

Sporten is gezond, is het beleid van de overheid. Maar is dat wel zo? Ten eerste zijn er sporten die beslist niet gezond zijn: American football, voetballen met je hoofd, boksen ... je kunt het zelf ook wel verzinnen. Als boksen goed is voor de stoelgang, schreef Bertolt Brecht, is het geen sport. Doel van het boksen is iemand knockout te slaan. Niks meer en niks minder. Als je daar niet van houdt, moet je naar het theater gaan en niet naar een boksgala.

Leef je gezonder en langer door sport? Dat is maar betrekkelijk: de tijd die je erbij krijgt heeft dezelfde omvang als de tijd die je aan sport besteed. Wie in zijn leven een jaar lang sport, leeft een jaar langer. Om een jaar langer te leven moet je kortom wel van sport houden, anders ben je je tijd aan het verspillen en kun je beter een boek gaan lezen.

Sport staat dus niet ten dienste van de gezondheid, goede gezondheid moet ten dienste staan van de sport. Sport is het doel, niet de gezondheid. Knoop dat nou eens in je oren. Ik leerde op school allerlei sporten, niet omdat het gezond was, maar omdat sport leuk was. Gelukkig heeft niemand mij op school ooit gezegd dat sport gezond was. Dat is tegenwoordig wel anders. 

Als je na je schooltijd nooit meer sport is wat je gezondheid aangaat alles voor niets geweest. Sad but true. Die mensen worden gewoon lekker dik en lui. Dik is niet goed lui wel.